De Zilverpopulier (voorheen
Josephine Zegt #2), het tweede liedje van de
Josephine - Een Drentse Legende en het vierde liedje op
Another View haalt opnieuw herinneringen op aan "Daan's" tijd met "Josephine". Na een intro van naar ik vermoed orgel en gitaar (maar ik ben hier niet erg goed in; ik heb jarenlang de gitaarsolo van
What Goes On voor een orgelsolo gehouden) volgt een opsomming van herinneringen aan een wandeling langs een donkere rivier, tot ze bij de zilverpopulier uit de titel aankomen, waar het zelfs in de schaduw nog te warm is, aan de tatoeage van een zwaluw op Josephine's arm en de plaatselijke jeugd die vanaf een metershoge brug de rivier inspringt. Terugdenkend aan die tijd moet hij overgeven als een kind, en "
[hij denkt] er telkens aan terug." Na een instrumentaal intermezzo wordt in het tweede couplet beschreven hoe Josephine op een handdoek in het gras gaat liggen en zich van haar witte pofblouse en spijkerrokje ontdoet, en volgen de zinnen:
"(...) Een lied als dit is al duizend keer gemaakt
Maar wie heeft op die middag ook haar lichaam aangeraakt?"
Twee zinnen waarmee het lied zichzelf legitimeert; elke verloren liefde is uniek, en elk lied over verloren liefde, ook al is het al duizend keer gemaakt, heeft daarom bestaansrecht. Waarmee het eigenlijk ook een liedje óver liefdesliedjes is. Een echo die na het tweede refrein in de coda vervolgens nog eens lijkt na te echoën. Je zou er bijna in iets van gaan geloven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten